Missionarissen van Hawaï: postzegels waarvoor een misdaad zou worden begaan…
Rond 1820 ontscheepten de eerste Amerikaans missionarissen op het eiland Hawaï. Ze stuurden brieven naar de Verenigde Staten. In 1849 installeert de Hawaïaanse regering haar eerste postkantoor en twee jaar later worden de eerste postzegels gedrukt. Omwille van het gebruik werden deze postzegels “Missionarissen van Hawaï” genoemd. Ze hebben de zichtwaarde 2 cent, 5 cent en 13 cent. Het zijn bijzonder zeldzame postzegels waarover we nu wat meer gaan vertellen.
Uiterst zeldzame postzegels
Een zending naar de Verenigde Staten kost 13 cent. De eerste druk is erg beperkt. Vanaf 1852 dragen nieuwe postzegels van 13 cent de vermelding “H.I&US Postage”.
Er bestaan wereldwijd maar 15 exemplaren van de 2 cent-postzegel (ten minste als het gaat om de officieel erkende exemplaren waarover we het verder zullen hebben). Omdat het drukpapier erg dun was, zijn de gekende exemplaren vaak beschadigd of gerestaureerd.
Een moord voor een postzegel
Het is deze postzegel die opduikt in een fait divers in Frankrijk op het einde van de 19de eeuw. Gaston Leroux, homoniem van de schrijver, woonde in die tij in een sjiek Parijs appartement. Hij was postzegelverzamelaar en had in zijn verzameling een van deze fameuze 2 cent “Missionarissen van Hawaï”. In 1892 werd hij dood aangetroffen in zijn appartement.
Het bleek een complexe zaak. De polities kwam niet meteen tot de conclusie dat het ging om diefstal omdat klaarblijkelijk niets verdwenen leek uit de woning van Gaston Leroux. De misdaad was perfect geweest als een politieman-postzegelverzamelaar de verdwijning van deze fameuze 2 cent “Missionarissen van Hawaï” had opgemerkt in de verzameling van het slachtoffer.
Hij beslist om het spoor te volgen en op bezoek te gaan bij de filatelievrienden van het slachtoffer. Daar maakt hij kennis met Hector Giroux. Onder de dekmantel van hun gemeenschappelijke passie, verleidt hij de man om het topstuk uit zijn verzameling te tonen: de fameuze 2 cent uit Hawaï. Eens aangehouden en ondervraagd, bekent Giroux de feiten. In een vlaag van woede en jaloersheid vermoordde hij Gaston Leroux om de postzegel te verwerven die de huidige eigenaar hem weigerde te verkopen. Hector Giroux werd veroordeeld en nadien terechtgesteld voor deze moord.
Meineed om postzegels
We kunnen deze reeks postzegels niet vermelden zonder te praten over een bijzonder controversieel lot. Het betreft de “Grinnells” die de kroniek loochenen sinds 1922.
In 1918 beweert George Grinnell, een Amerikaanse verzamelaar van Charles Shattuck enkele tientallen postzegels van Hawaï te hebben gekocht. Hij biedt een lot van 43 postzegels te koop aan die worden gekocht door John Klemann. Deze verkoopt een deel ervan door aan Alfred Caspary die er al een aantal bezit. Deze laatste vergelijkt de postzegels en stelt flagrante verschillen vast.
Volgens hem bestaan er verschillende typografieën tussen de postzegels en zou de inkt van de postzegels aniline bevatten. Nochtans werd deze stof pas uitgevonden na de uitgiftedatum van de postzegels. Omdat ze vals blijken te zijn laat hij zich door Klemann terug betalen die zich op zijn beurt keert tegen Grinnell.
Het proces start in 1922. Het eerste element dat in het dossier wordt aangebracht is dat de postzegels zouden zijn gemaakt volgens de photo-engravingtechniek, te weten dat in meerdere keren opdrukken zouden zijn aangebracht. Dan verschijnt een tweede element ten nadele van Grinnell. De weduwe en dochter van Charles Shattuck beweren dat deze laatste deze postzegels nooit aan Grinnell zou hebben overhandigd. Gesterkt door deze argumenten oordeelt de rechter in het voordeel van Klemann: de postzegels zijn vals.
Hier zou het verhaal moeten stoppen, maar Grinnell en later ook zijn nakomelingen, willen hun naam zuiveren. In 1923, iets na het einde van het proces verneemt Grinnell van Edward Shattuck dat zijn familie zou hebben gelogen na een akkoord met Klemann. De rechter weigert echter om op zijn beslissing terug te komen.
In hun verslag “The Case for the Grinnell Missionary Stamps”, geschreven in 2006, presenteren Vince en Carol Arrigo, kleinkinderen van Georges Grinnell, hun theorie betreffende de controversiële postzegels.
De argumenten van de familie
De postzegels zouden afkomstig zijn van een briefwisseling tussen Hannah Shattuck, moeder van Charles Shattuck en haar vriendin Ursula Emerson, die met haar man John was geëmigreerd naar Hawaï. Deze hypothese is aannemelijk. Beide vrouwen waren afkomstig uit de stad Nelson die maar goed 700 inwoners telde. Het is dus erg waarschijnlijk dat ze elkaar kenden. Maar Charles Shattuck had alleen de postzegels bewaard, niet de brieven zelf.
William Emerson, de zool van Ursula werkte voor een vriend van de familie, de drukker Henry Whitney van wie is bewezen dat hij de drukker was van de fameuze postzegels. De theorie houdt steek, maar legt de typografische fouten en de stof in de inkt die toen nog niet bestond niet uit.
Maar hier hebben Carol en Vince Arrigo ook een antwoord op:
Wat betreft de typografische fouten, herinneren ze er eerst en vooral dat het 1851 is. De postzegelindustrie staat in Hawaï nog maar in haar kinderschoenen. Ze voegen eraan toe dat er klaarblijkelijk meerdere afdrukken zijn geweest van deze postzegels omdat het volgens hun berekening onmogelijk is dat de eerste druk voldoende is geweest om alle brieven van alle missionarissen te versturen. Ze wijden in hun rapport bijzonder lang uit over deze berekening en geven hier een aannemelijke uitleg over.
En wat meer is, we weten dat William Emerson meerdere maanden naar zijn ouders is teruggekeerd om te herstellen van een ziekte. Het is best mogelijk dat Whitney hem het nodige materiaal heeft achtergelaten om zelf de post van zijn briefwisseling af te stempelen. We mogen niet vergeten dat beide mannen goed met elkaar bekend waren en dat Whitney een vriend van de familie was.
Wat betreft het papier geeft de moderniseringvan de expertisetechnieken de familie Grinnell gelijk: vandaag lijkt het erop dat de samenstelling van het papier en de inkt van de postzegels klopt met de realiteit in de betreffende periode.
Een revolutie voor de filatelie van topkwaliteit?
Natuurlijk schreven de kleinkinderen dit rapport met een vooringenomenheid. Nochtans is hun uitleg voldoende om twijfel te zaaien en aan te nemen dat deze postzegels misschien toch authentiek zijn.
In juni werd een enveloppe met een 13 cent postzegel “Missionarissen in Hawaï” verkocht voor € 125.000,- De erkenning van de postzegels van Grinnell als echt zou een echte revolutie zijn.