Wat dacht u van een open filatelistische tentoonstelling?
In een poging om de belangstelling van verzamelaars voor het tentoonstellen van collecties nieuw leven in te blazen en om de bezoekers van tentoonstellingen wat meer belangstelling te doen krijgen voor de tentoongestelde kaders, ontstond zo'n twintig jaar geleden het idee om een postzegelverzameling te combineren met niet-filatelistisch materiaal. Zo ontstond de klasse ‘Zonder classificatie’, zoals die in de begindagen werd genoemd.
Het doel is een collectie op te bouwen die voor minimaal 50 % uit filatelistisch materiaal bestaat en voor maximaal 50 % uit zogenaamd niet-filatelistisch materiaal. Zoals bij alle wedstrijden zijn er regels en richtsnoeren voor het samenstellen en presenteren van de collectie.
De onderwerpen die in dit soort verzamelingen aan bod komen, zijn vaak het verlengde van een hobby of een onderwerp dat de verzamelaar dierbaar is.
Materiaal om te onthouden
Het basisprincipe is om een collectie op te bouwen die bestaat uit minimaal 50 % filatelistisch materiaal (postzegels, enveloppen die bij voorkeur gereisd hebben (vermijd FDC), volledige poststukken, telegrammen, wimpels, speciale afstempelingen, essays, boekjes… ) en 50 % niet-filatelistisch materiaal, dat altijd verband moet houden met het hoofdonderwerp van de verzameling (postkaarten, speldjes, stickers, sleutelhangers, schilderijen, vogelveren, zaden, boombladeren, vervoers- of toegangskaarten, biljetten, bankbiljetten, munten en medailles, suikerzakjes, platen of cd’s. …en bijna elk denkbaar voorwerp, zolang het niet in strijd is met de openbare zeden en niet dikker is dan 5 mm (zodat het tentoonstellingskader kan worden afgesloten met beschermend plexiglas).
De 50 % wordt gerekend over de hele verzameling en niet per blad, dus het kan best zijn dat u een volledig filatelistisch blad hebt en daaropvolgend een volledig niet-filatelistisch blad, maar voor een goede visuele harmonie is het toch het beste om te variëren en zoveel mogelijk verschillende voorwerpen te gebruiken.
Opstelling van de verzameling
Voordat u begint, moet u eerst bepalen welk thema u wilt ontwikkelen, en dan goed nadenken over hoe u het onderwerp kunt behandelen met al het materiaal dat u al hebt. Denk ook aan alles wat direct of indirect met het thema te maken heeft en begin geleidelijk een completere inventaris op te bouwen. Vaak zult u ontbrekende onderdelen moeten kopen, en veel daarvan vindt u op uw favoriete website, Delcampe!
Het is een feit dat niet alle ideeën in één dag zullen worden gevormd, maar naarmate uw verzameling groter wordt, en soms, als u nieuwe dingen ontdekt, zullen nieuwe wegen zich voor u openen. Het is een werk van lange adem, maar boeiend en cultureel verrijkend (een beetje minder voor de portemonnee…).
Als ik u een goede raad mag geven, neem dan uw tijd en doe het op uw gemak terwijl u beetje bij beetje de stukken verzamelt die betrekking hebben op uw thema. Zo zal uw verzameling des te beter zijn en zult u niet al uw geld verliezen omdat u absoluut stukken moet aankopen tegen eender welke prijs omdat uw tijd op raakt. Denk ook niet te groots. Voor een beginner is 1 kader (16 bladen) of 3 kaders (48 bladen) al een goed begin. Deze kunt u eerst tijdens een regionale wedstrijd presenteren en u kunt kleine foutjes achteraf corrigeren.
Zoals met elke collectie is het mogelijk om met een relatief klein budget te beginnen en mooie dingen te realiseren, maar het zou verkeerd zijn om te zeggen dat dit altijd het geval zal zijn, want als u wit deelnemen aan wedstrijden, zult u op een gegeven moment moeten investeren in zeldzamere en dus duurdere stukken. In elk stadium van concurrerende tentoonstellingen moet u het vorige werk verbeteren.
Het plan
Het plan is wat u de rode draad van uw verzameling zou kunnen noemen. Het geeft een samenvatting van het onderwerp met zijn verdelingen en onderverdelingen. In het algemeen moeten de stukken op een logische en bij voorkeur chronologische wijze worden behandeld om de bezoeker en de jury te helpen de collectie en haar ontwikkeling te begrijpen. Het plan moet aan het begin van de collectie worden opgenomen (ten minste op een van de eerste twee bladen, nooit aan het einde van de collectie).
Het beoordelingsformulier van de jury
Daarnaast plaatst u het scoreformulier waarmee de jury u punten toekent. Zoals u ziet, wordt in de open filatelie bij de beoordeling van de verzameling rekening gehouden met zowel filatelistische als niet-filatelistische stukken, in tegenstelling tot in de thematische klasse. Het is dus erg belangrijk om ook in de niet-filatelistische klasse kwaliteitsvolle en gevarieerde stukken te presenteren om niet te veel punten te verliezen.
De jury kent haar punten toe en het totaal komt overeen met een percentage dat wordt vertaald in een toekenning volgens de medailletabel.
De jury zal ook kleine opmerkingen of adviezen noteren; ook hier kan men het beste rekening mee houden bij de latere presentatie van de collectie door kleine fouten te verbeteren of het advies toe te passen.
Presentatie van de kaders
In de tentoonstellingszalen worden de bladen in grote kaders geplaatst. Een kader bevat 16 A4-vellen.
De kaders
zijn gegroepeerd per klasse, uw collectie staat naast andere collecties in dezelfde klasse. Meestal vermeldt de organisator de klasse boven het kader, en soms uw naam en de naam die aan de collectie is gegeven en een kadernummer.
Keuze van steunbladen
Om uw verzameling te monteren moet u ofwel bladen van A4-formaat (27 cm x 21 cm) of A3-formaat (42 cm x 21 cm) gebruiken. Het aantal per kader wordt verdeeld in 4 rijen van 4 A4-bladen (een A3 telt als twee A4’s). De voorkeur gaat uit naar licht gekartonneerde en licht gekleurde bladen. Zwart of zeer donkere kleuren zijn niet toegestaan op wedstrijdtentoonstellingen.
Ik hoop dat ik u heb overtuigd om dit soort collectie, die u gevarieerde kennis zal brengen, te ontdekken. Het is soms heel verrassend wat u over een thema kunt vinden! Aarzel niet om, voordat u aan de slag gaat, de collecties te bewonderen van degenen die zich al hebben laten verleiden door open filatelie en hen om raad te vragen!
Beste,
Ik vind het idee uitstekend.
De enige opmerking is het percentage.Waarom strikt aan die vijftig procent houden.Ik pleit ervoor slechts een ondergrens van bv. 25 % toe te passen.
Zo kan de filatelie gemakkelijker NIEUWE verzamelaars aantrekken.
Beleefde groeten.
Danny Denayer AALST
Waarom niet eens een rubriek in munten en bankbiljetten
‘Onbekend is onbemind’
Munten of biljetten die bestaan. Maar zelden of nooit aangeboden op Delcampe