Ken je Maryse Hilsz? Een grote dame van de luchtvaartfilatelie (1ste deel)

Levensduur van de afwijking

Marie-Antoinette Hilsz werd geboren in Levallois-Perret op 7 maart 1901 in Levallois-Perret. Na het verlaten van de school in 1916, ging ze als leerlinge van een hoedenmaakster in dienst, maar ze was niet erg geïnteresseerd in linten en hoeden. Ze droomt echter van de wapenfeiten van de luchtvaart, de helden van de oorlog: Guynemer, Nungesser, Fonk….

Toen de oorlog voorbij was, kroop ze rond op de vliegvelden en woonde ze vergaderingen bij. Ze wil graag haar vliegbrevet halen, maar het is erg duur. Haar vader, een stomerijarbeider, overleed een paar jaar eerder per ongeluk en haar moeder, een wasvrouw met drie kinderen ten laste, kon haar wensen niet vervullen. Parachutesprongen zijn de belangrijkste attractie van de bijeenkomsten en de weinige zeldzame parachutisten zijn goed betaald. “Dit is een goede gelegenheid om zaken en plezier te combineren”, zegt Marie-Antoinette.

Zodra ze 21 wordt, zal Maryse, dat is haar voornaam, deel uitmaken van deze waaghalzenteams en deelnemen aan 61 vergaderingen. Ze doet 112 sprongen zonder dat er een ongeluk is! Ze heeft maar twee incidenten: op een dag hangt ze een kwartier vast aan een dak en de andere keer, hangt ze aan haar riemen aan een boom, waar ze twee uur moet wachten op iemand die haar komt losmaken. In 1928 had Maryse eindelijk genoeg geld om te leren vliegen. In 1929 behaalde ze haar brevet en kocht onmiddellijk een klein, tweedehandsvliegtuigje uit Engeland, waarmee ze uitgebreid mee vloog tussen Parijs en de belangrijkste Europese hoofdsteden. Dit is het begin van haar echte carrière.

Parijs-Saïgon

Van mei tot juni 1930 reist ze door Noord-Afrika en bereidt vervolgens een vlucht voor: Parijs – Saigon – Parijs; Ze vertrouwt het volgende toe: “voor mijn eerste Parijs-Saigon en terug, een reis van 24.000 km , heb ik berekend dat ik 7.000 km moest afleggen in Parijs en zijn voorsteden: Ministerie van Luchtvaart, Technische Dienst, Consulaten, om nog maar te zwijgen van de fabrikanten en de verschillende merken van benzine en olie!”.

Op 12 november 1930 vertrekt Maryse naar Indochina, alleen aan boord van haar nieuwe Morane-Saulnier Moth 60 M F – AJOE, uitgerust met een 100 PK motor en voor de gelegenheid “Parijs – Saigon” genoemd. Ze kwam op 5 december in Saigon aan met een paar dagen vertraging door het weer en een lek in de benzinetank waardoor ze 7 dagen in Rangoon verloren ging. De terugreis is een beetje veelbewogener. Ze vertrok op 12 december vanuit Saigon, maar op 18 december werd ze gedwongen

om 50 km van Bhutan te landen vanwege een gescheurde oliepijpleiding en op 28 december kapseisde ze op de doordrenkte grond van Constantinopel. Maryse keert terug naar Frankrijk per boot Athene – Marseille.

We weten niet of er plooien vervoerd zijn vanuit Parijs op deze eerste vlucht tussen Parijs en de Saigon. Maryse Hilsz had zich nog niet bewezen in de realisatie van grote reizen en geen enkel particulier, aerofilatelist of handelaar had het idee gehad om haar iets toe te vertrouwen.

In India was het niet hetzelfde, een handelaar uit Calcutta, Stephen Smith, maakte een tweekleurig etiket, tot grote glorie van Frankrijk en Maryse Hilsz, dat hij op 39 enveloppen op Rangoon aanbrengt. Deze plooien hebben een dubbele portokosten van 1 jaar en de eerste annuleringen CALCUTTA 24 NOV 30 en aankomst RANGOON 25 NOV 30. De vouwen hebben een dubbele portokosten van 1 jaar. Deze plooien werden hem via de normale route teruggegeven en dragen de aankomststempel.

Wordt vervolgd…. Ontdek de voorwerpen in verband met aerofilatelie op Delcampe.

Geschreven door Gérard Collot van de CAF