Het verhaal van de One Cent Magenta begint in Brits Guyana. Brits Guyana (dat in 1966 een onafhankelijke natie van Guyana werd) was, zoals de naam al aangeeft, sinds 1796 een Engelse kolonie. Dit gebied is de enige Gemenebeststaat in Zuid-Amerika.
In 1856 wachtte Brits Guyana op een levering van de beroemde Londense drukker Waterlow & Sons om hun weldra lege voorraad postzegels aan te vullen. Maar het schip kwam met vertarging aan en de voorraad werd steeds dunner. Om dit tekort op te vangen, benaderde de plaatselijke postmeester, de heer Dalton, een drukker uit Georgetown (Joseph Baum en William Dallas), om een nooduitgave van 4 cents postzegels te maken. Zij kregen volgens de expert Roland Levêque (in een artikel in Balasse Magazine van juni 1980) de opdracht om het motief van de in omloop zijnde postzegels te respecteren: een zeilschip met als motto “Damus Petimus que vicissim” (wat betekent “wij geven en vragen in ruil”).
De stempels werden in zwart gedrukt op rood en blauw papier. De overgenomen zeilboot was degene die de drukkers in hun eigen krant gebruikten om het maritieme nieuws aan te kondigen. De creatie van de 4 cent zegels kan met zekerheid worden aangetoond, maar deze van de 1 cent niet. Was het een proef of een mini-uitgave, niemand kan het met zekerheid zeggen. Feit blijft dat wel dat deze zegel werd aangebracht op een brief en de initialen “E.D.W.” droeg voor (E.D. Wight), destijds een tabakszaak. In feite werden de tabakswinkels geïnstrueerd om de etiketten te ondertekenen alvorens ze te debiteren om imitaties te vermijden.
Deze brief, gedateerd 4 april 1856, kwam terecht in de correspondentie van een 13-jarige jongen, L. Vernon Vaughan, die hem op zijn zolder vond. De zegel was beschadigd: de hoeken waren afgesneden en hij werd beschadigd toen het jongetje hem van de houder haalde. Hij verkocht de postzegel voor 6 shilling aan een verzamelaar genaamd MacKinnon in 1873. Deze Schotse verzamelaar keerde terug naar Glasgow met zijn verzameling postzegels waaronder de beroemde 1 cent magenta.
MacKinnon heeft zijn postzegelcollectie te koop gezet. Deze werd door een dealer genaamd Thomas Ridpath gekocht voor £120. Het was deze Ridpath die de postzegel verkocht aan graaf Philippe Ferrari de la Renotière voor £150. Hoewel de postzegel en de rest van de collectie in zijn testament aan het Postmuseum in Berlijn werden nagelaten, nam de Franse staat de postzegels in beslag als “eigendom van een vijandelijke vreemdeling”. De staat heeft de collectie doorverkocht via het Hotel Drouot in het begin van de jaren twintig. De expert Gilbert was verantwoordelijk voor de verkoop. De postzegel verscheen in de catalogus als “twijfelachtig”, maar dit weerhield de Amerikaanse verzamelaar Arthur Hind er niet van om hem te kopen voor de som van 352.500 francs.
De postzegel stak de oceaan over en maakte deel uit van de “Hind” collectie tot zijn dood in 1933. In zijn testament stond dat zijn collectie zou worden verkocht, maar de One Cent Magenta-zegel ontbrak. Zijn weduwe had het bewaard als een persoonlijk geschenk van haar man.
Mevrouw Hind verkocht de postzegel in 1940 aan het Stamp Department van de Amerikaanse keten “R.H. Macy & Co” voor $37.500, maar de keten verkocht hem vrijwel onmiddellijk aan een anonieme verzamelaar voor $42.000. Het is nu bekend dat de verzamelaar in feite Frederick T. Macy en Co. Klein, een Australiër die in Florida woont.
De postzegel werd 30 jaar lang opgeslagen in de kluizen van de firma “J. & H. Stolow” in New York. Hij werd teruggegeven op 24 maart 1970 toen het werd doorverkocht door de Siegelgalerie. De nieuwe eigenaar was een vakbond van acht industriëlen uit Pennsylvania. Hij werd gekocht als een investering voor de som van 280.000 dollar.
De industriëlen maakten een zeer goede deal omdat ze de postzegel op 5 april 1980 verkochten voor $935.000! Het was de Amerikaanse verzamelaar John E. Du Pont die de postzegel kocht en het bewaarde tot 17 juni 2014. Hij werd toen doorverkocht voor 9.500.000 dollar. De zegel maakt momenteel deel uit van de collectie van Stuart Weitzman.
De meest mythische stempel
De One Cent magenta is veruit de duurste postzegel ter wereld. Sinds zijn ontdekking in 1873 is hij in mysterie gehuld: is het een echte zegel? Waren er meerdere exemplaren? Het gerucht gaat dat de postzegel in tweevoud bestond, maar dat het de verzamelaar was die het eerste exemplaar had verworven, die het tweede exemplaar had teruggevonden en verbrand om er een uniek exemplaar van te maken.
In “L’Echo de la Timbrologie” werd in 1942 melding gemaakt van hetzelfde verhaal dat in 1938 in een Amerikaans tijdschrift wordt verteld, namelijk dat het Arthur Hind was die de postzegel verbrandde.
Is dit waar? Is het onwaar? Hoe dan ook, de postzegel is een legende geworden en wordt begeerd door de rijkste filatelisten uit de hele wereld.
Wat een schitterende historie heeft deze postzegel toch. En alhoewel twijfelachtig werd deze toch steeds door verzamelaars en beleggers gekocht en heeft een astronomische hoogte bereikt. Leuk om te lezen.
Jammer dat iemand een 2de exemplaar vernietigd om heteerste in waarde te doen stijgen !
U stom kan je zij ?